Levensloop van het Vu-koor
Het VU-koor heeft een rijke historie. Elke dirigent en elk bestuur drukte een stempel op het repertoire. En de tijdsgeest speelde ook een rol bij de keuze van de stukken.
Jaren ’50 en ’60
In de beginjaren heeft het VU-koor opgetreden met het Bachorkest. Simon Jansen (dirigent van 1955-1960) was ook de dirigent van het Bachkorkest, dus dat kon prima gecombineerd worden. In die tijd hebben de organisten Ton Koopman en Bernard Winsemius het VU-Koor ook begeleid.
Zingen tijdens een kerkdienst op zondag deed het koor vaak. Tijdens repetitieweekenden werd ter plekke geregeld dat het koor op zondag, in een kerk vlakbij, kon zingen. Voor het koor was dat een goede oefening om voor publiek te zingen, en de leden vonden het erg leuk. Veelal vonden de concerten plaats in kerken. Voor de Carmina Burana (mei 1967) echter reserveerde het bestuur het Concertgebouw. Van een ingestudeerd programma vonden meestal meerdere uitvoeringen plaats. En daarbij werd in verschillende plaatsen opgetreden. Er werd ook opgetreden tijdens VU-dagen (Dies Natalis)
De instrumentale begeleiding was heel wisselend. Samenwerking vond plaats met een orkest of met een ensemble van conservatoriumstudenten. Voor de grotere vocale solopartijen werden beroepsmusici ingehuurd, terwijl de kleinere partijen vaak door koorleden gezongen werden. Veelal vonden de concerten plaats in kerken. Voor de Carmina Burana (mei 1967) echter reserveerde het bestuur het Concertgebouw.
Jaren ’70 en ’80
De kleding van de koorleden was in de tweede helft van de jaren ’70 tijdens de concerten heel divers. Iedereen trok aan wat hij wilde. Voor het afsluitend concert van het eeuwfeest van de VU in 1980 deed het bestuur veel moeite om het hele koor in het zwart te laten optreden. Tijdens volgende concerten werd het langzamerhand weer gebruikelijk om in het zwart gekleed te gaan. Onder Huub Kerstens (1977-1984) kwam het accent volledig op concerten te liggen. Hoogtepunt tijdens zijn directie vormde de deelname aan het Holland Festival in de jaren ’80. Concerten met hele moderne muziek werden afgewisseld met concerten met oudere muziek.
Tijdens Huubs directie werd het VU-koor meestal begeleid door een orkest. Dat waren beroepsorkesten, met uitzondering van enkele samenwerkingsprojecten met het VU-orkest. Ook de solisten waren professionele musici, regelmatig afkomstig uit het Nederlands Kamerkoor. In 1979 werd het koor uitgenodigd door het Residentie Orkest de Psalmensymfonie van Stravinsky te zingen. Van het Utrechts Symphony Orkest volgde eveneens een uitnodiging. Beide keren werkte ook het Nederlands Dans Theater mee. Naast de samenwerking met andere studentenkoren die door Huub Kerstens geleid werden zong het koor een enkele keer samen met het Hoofdstadkoor.
Jaren ’90
1995 was een jaar vol activiteiten in binnen- en buitenland. In het voorjaar werd, zowel in Düsseldorf als in Amsterdam, de opdrachtcompositie “Of Man” van Willem Woestenburg uitgevoerd. In oktober vond tevens de viering van het 115-jarig bestaan van de Universiteit plaats. Ter gelegenheid hiervan vond in het Concertgebouw een gezamenlijk concert van de verschillende muziekgezelschappen van de Vrije Universiteit plaats. Enkele dagen later was daar ook ons “eigen” concert. Uitgevoerd werd “The Nun’s Priest’s Tale” van Gordon Jacob, in samenwerking met het VU-orkest en het Tilburgs Studentenkoor Contrast. Dit stuk was in 1992 al eens eerder uitgevoerd in aanwezigheid van de weduwe van Gordon Jacob.
Het hoogtepunt voor veel koorleden vormde de concertreis naar Tsjechië. Op uitnodiging van het VU-orkest wordt in Praag deelgenomen aan het “Festival of Student Orchestras” in Praag. Tevens wordt een concert gegeven in de Tsjechische stad Brno.
Het VU-koor over de eeuwgrens
Ten tijde van Jean-Marie ten Velden (1984-2012) vond samenwerking met professionele orkesten bijna niet meer plaats en met professionele solisten ook incidenteel. Daarvoor in de plaats kwam (weer) vocale en instrumentale begeleiding door conservatorium studenten, net als in de jaren ’50 en ’60. Er werd ook vaak samengewerkt met studentenorkesten zoals het UVA Orkest J.Pzn. Sweelinck en het VU-orkest. En met koren buiten Amsterdam zoals het Krashna Musica uit Delft en het studentenkoor Contrast uit Tilburg.
De Carmina Burana en een deel van de Cattulli van Orff werden gezongen in januari 2001 in het Concertgebouw Amsterdam vanwege het nieuwjaarsconcert van de VU-Vereniging. Tevens zong het VU-koor deze stukken in de Beurs van Berlage in Amsterdam en het Concertgebouw in Haarlem (de huidige Philharmonie).
Met Annemiek van der Ven, dirigent vanaf 2012, is het koor weer een andere muzikale weg ingeslagen. Geen definitieve keuze meer tussen oude en moderne muziek, maar gewoon mooie koorwerken. Hierbij speelt muziek uit 19de eeuw wel een grote rol. De samenwerking met andere muziekgezelschappen gaat ook nu gewoon door.